.comment-link {margin-left:.6em;}

.

dinsdag, maart 01, 2005

Mumbai is een stad van 13 miljoen mensen. 56% van de mensen woont in sloppen, op 13% van de grond. Mumbai wil vooruit. Mumbai wil een stad van wereldklasse worden. Ten koste van de armen.

Ik loop naar de sloppenwijk over een nette betonnen straat, waar men westerse kleren draagt en waar jongeren spelen met hun mobieltjes. Ernaast ligt de wijk, de no go-area, als een reservaat. We steken van de weg af de wijk in en de grond wordt hobbelig, vuilnis ligt overal. Stroompjes blauw-groen glimmend water stromen er doorheen. Overal staan hutjes van rijstzakken, van plastic zeil, van steen en golfplaat voor gelukkigen. Schoon water om te drinken of om je mee te wassen is er niet.
Een steeds grotere groep kinderen rent achter ons aan. Ze dragen vieze kleren, de jonge kinderen bij de hutjes lopen naakt. Als je een foto wilt nemen springen ze met z’n allen voor de camera. Hoopvol is het om enkele kinderen in de ouderwetse schoolpakjes te zien.
Ik spreek er Shankar Gangaram. Hij droomt ervan bodybuilder te worden en zijn ogen gaan glinsteren als ik de naam Arnold Schwarzenegger noem. Zo breed zal hij niet worden, het is een iele jongen, zoals de meeste Indiërs. Hij en zijn vader zijn werkloos. Ze pakken alle klusjes aan die ze kunnen krijgen en ze leven er al decennia een moeilijk leven. Tijdens het gesprek wordt mijn tolk constant uitgescholden en verteld op te rotten. Dit is hun terrein en wij horen er niet.

In Mumbai liggen de grootste sloppenwijken van Azië. Sloppen duiken op op elk stukje vergeten grond. Economische migranten komen uit heel India, vooral uit de arme noordelijke staten Bihar en Uttar Pradesh en uit Maharashtra, waar Mumbai de hoofdstad van is.
De Maharashtrians hebben een ondergeschikte positie. De mooie banen in het bedrijfsleven en bij de overheid gaan aan de neus van de oorspronkelijke bewoners voorbij. Uit de frustratie daarover ontstond de Shiv Shena-beweging, onder leiding van een ex-striptekenaar. Shiv Shena groeide uit tot een machtige politieke partij die de belangen van de Maharashtrians en de Hindoes verdedigt en lak heeft aan de rest. Zo werden onder druk van Shiv Shena namen veranderd van het Engels en het Hindi naar het Marathi, terwijl Hindi in Mumbai de eerste taal is. De verwarrende praktijk is dat veel dingen nu twee namen hebben. Op de ene kaart staat de oude naam, op de andere de nieuwe. De meeste mensen gebruiken nog gewoon de oude naam. Colaba Causeway werd Shahid Bhagat Singh Marg. Flora Fountain werd Hutatma Chowk. Bombay werd Mumbai. VT (Victoria Terminus) werd CST (Chatrapathi Shivaji Terminus). Bij de ingang van het CST staat ‘Central Railway’. ‘Ah,’ dacht ik, ‘dus ik ben op het Central Railwaystation!’ Die avond verdwaalde ik.

Mumbai. Droomstad, metropool. Stad van de aandelenbeurs, van de banken, van de IT. Waar studenten een kopje chai van 53 roepies drinken. Plus belasting, plus de verwachte fooi. Heel India wordt wakker met een kopje van 2 roepies. Stad van statige 19e-eeuwse architectuur. Van een skyline van wolkenkrabbers en reclameborden. Van clubs waarvan de toegang een maandinkomen kost. Van de Bollywoodstudio’s en enkele stukken van de duurste grond ter wereld. /Decidious with concrete, botoxed with vanity/ in de woorden van dichter Arundhati Subramaniam.
Rijk Mumbai is de tweedeling zat. Zij betalen belasting, zij hebben een nette baan of ze creëren werkgelegenheid met hun bedrijven. En ze zien het aangezicht van hun stad bevuild worden door meer sloppenwijken, jaar in jaar uit. In 2003 kwamen er zo’n 60.000 nieuwe sloppen bij, in 2004 50.000. Broedplaatsen voor criminaliteit en bedelarij, vuiligheid en ziekten. Illegaal gebouwd, gevuld met parasieten van mensen. Ze verzamelden zich in ‘Bombay first’, gemodelleerd naar het grotendeels mislukte ‘London first’. Onderzoeksbureau McKinsey&Company werd ingeschakeld en kwam met een prestigieus plan om van Mumbai een Shanghai te maken. Eerst was Singapore de grote droom, nu Shanghai. Premier Manmohan Singh zei erin te geloven en V. Mukesh, de leider van deelstaat Maharashtra voert het gretig uit sinds December. Niet totaal volgens het politiek rechtse plan van McKinsey, maar met het neerhalen van alle bouwwerken die illegaal zijn neergezet na 1995, ondanks de verkiezingsbelofte die van voor 2000 te laten staan.
Het eerst wordt het gebied rond de luchthaven aangepakt. Geen goede reclame, sloppen rond je luchthaven. 84.000 gezinnen zijn dakloos gemaakt, daar en elders in Mumbai. ‘Vluchtelingen in hun eigen stad’ noemt VN-inspecteur Miloon Kothri ze, ‘in Mumbai, stad van apartheid.’
Voor de mensen wiens huis verwoest werd zocht men nauwelijks alternatieve woonruimte en politici logen om kiezers te winnen, zo gaf V. Mukesh onlangs toe. Sonia Gandhi greep in. De grens moest terug naar het beloofde jaar 2000 en er moest een plan komen voor de opvang van de nieuwe daklozen.
Sonia Gandhi is leider van de Congres-partij, de grootste partij van India en lid van de Gandhi-Nehru-dynastie. De partij werd geleid door haar man, en door zijn moeder, en door de vader van zijn moeder, Jawaharlal Nehru, de eerste president van India en een vriend van Mahatma Gandhi. Sonia won onverwacht de verkiezingen van de Hindoe-extremistische BJP en ze liet het premierschap aan de zachtmoedige Manmohan Singh, die mede-verantwoordelijk was voor het succesvolle economische beleid van de jaren ’90. Op de achtergrond is ze nog zo machtig dat Shiv Shena-leider Bal Thackeray het graag belachelijk maakt: ‘Die volgzame Mukesh… Als we op Shanghai willen lijken moeten er snel nieuwe sloppenwijken bijkomen in Shanghai!’ Op dit moment (eind februari) komen rijken uit Mumbai naar Sonia om uit te leggen dat enkel groffe vernietiging de oplossing is. Wordt vervolgd.