.comment-link {margin-left:.6em;}

.

zondag, december 12, 2004

Ik maak een avondwandeling

Het is helder, want de maan staat recht boven me. Mijn schaduw is niet langer dan mijn voeten. Zou het de koffie zijn die mij wakker houdt? Ik dronk twee koppen bij het Indian coffee house, één van de weinige plaatsen in India waar je drinkbare koffie krijgt voorgeschoteld.
Ik ontdek dat er hier een tempel staat, recht achter ons Spartaanse guesthouse. Ik loop er omheen, langs slapende mensen op straat, langs een blaffende hond, langs een schattig hupsend kikkertje. De krekels tjirpen opgewonden, de straatlantaarns knipperen. Ik vergeet de tijd.
Ik kom terug bij het guesthouse en zie dat de poort op slot zit! Ik roep. Ik gooi een steentje. Het baat niet, de Hindi-film is veel te spectaculair om mij op te merken. Dan trek ik de stoute schoenen aan en klim ik naar de betonnen goot op de eerste verdieping, via de toonbank eronder en de stadspoort ernaast. Ik sluip langs het raam van onze kamer en klim de railing over.
Ik kom de kamer binnen en Thomas zucht dat het bedtijd wordt. Mijn ogen staan nog wijd open en ik schrijf.