.comment-link {margin-left:.6em;}

.

vrijdag, december 03, 2004

Sasan Gir

Het is jammer dat Nationale Parken nodig zijn. Dat de natuur wordt vertrapt als er geen hek omheen wordt gebouwd. Dat diersoorten uitsterven als de stropers niet worden gepakt.
Het is mooi dat Nationale Parken er zijn. Dat mensen de vernietiging van natuur niet zomaar accepteren, maar zich inzettten om deze onschatbare rijkdom te verdedigen. Dat de politieke kracht wordt gevonden om dat waar te maken.
We bezoeken het Sasan Gir National Park. We hebben pech dat het Diwali is (het Indische nieuwjaar) en dat veel Indiërs hun vrije dag benutten met een safari. Het is druk, en we zien dan ook geen Aziatische leeuwen. Wel een luipaard, ‘bleu bulls’, rendieren en wilde pauwen.
Thomas houdt niet van pauwen en moppert over de herrie die ze maken. Ik weet niet hoe ze klinken en zie alleen hun prachtige verentooi. De mooiste vogels die ik ken.
De luipaard steekt stoer de weg over, met bundels spieren van een afgetrainde atleet. We hebben geluk het schuwe beest te zien. 268 leven er hier, en 329 leeuwen, enkele van de laatsten die nog bestaan. Hoe lang nog?