.comment-link {margin-left:.6em;}

.

donderdag, september 02, 2004

Het postmodernisme als paradox

Niet lang geleden schreef de Franse filosoof Jean-Francois Lyotard een boek met de titel: Hoe ik het postmodernisme aan mijn kinderen uitleg. Nu is het al moeilijk om het postmodernisme te begrijpen, laat staan om daar de gevolgen van uit te leggen. Heb geduld, ik ga het proberen.

De term postmoderne betekent: wat na het moderne komt. Taalkundig is dat een paradox, want het Latijnse woord ‘modern’ staat voor recent. Wat komt er dan na recent? Hieruit blijkt al de paradox van het woord.

Het postmodernisme is precies het tegendeel van het modernisme. Dat is het erfdeel van de verlichting, met als voornaamste kenmerken:
- menselijke rede, objectieve kennis, universele wetten
- Een maakbare wereld door de vooruitgang van wetenschap en techniek
- Talen en symbolen als middel voor zinvolle communicatie.

Het postmodernisme constateert dat dit allemaal radicaal is verdwenen. Wie daar nog aan vasthoudt, leeft in een illusie. Die stelt zichzelf buitenspel en communiceert niet meer in de 21e eeuw. Anderen zien het ineenstorten van alle systemen als een bevrijding van elke onderdrukking van de persoonlijke vrijheid.

Eigenlijk staat de term ‘postmodernisme’ gewoon voor ‘New Age’. In het esoterische denken volgt het tijdperk van Waterman (Aquarius) op het tijdperk van Vissen (Pisces). In de postmoderne filosofie is het verstandelijke van de verlichting nu vervangen door het irrationele en spirituele denken.

Wie het postmoderne denken goed tot zich laat doordringen, kan zich alleen maar verbazen over het feit dat er nog zoveel goeds, zoveel moois in deze wereld is. Misschien komt het wel door deze paradox: de postmodernist verwerpt de wortels maar wil de vruchten liever niet kwijt. (rejecting the roots whilst retaining the fruits)

Wortel A. In plaats van de rede treedt het gevoel; in plaats van het argument komt de ervaring. Men wordt niet meer overtuigd, maar heeft er ,,(g)een goed gevoel over.’’ Dit is van grote invloed op de kennisleer en de interpretatie van taal en symbolen.

Wortel B. Dit gaat over de relatie tussen de tekst en de lezer. Men leest de tekst niet meer in de context (van de auteur), maar alleen in zijn eigen context (van de lezer). Op die manier wordt kennis niet meer ontdekt en overgedragen, maar wordt kennis ‘gemaakt’, en wel door het individu ten dienste van zijn eigen ‘authentieke’ ontwikkeling. Een bekend voorbeeld hiervan is het boek ‘Ontketende liefde’ van Clark Pinnock, die zijn eigen ‘God van creatieve liefde’ ontketent.

Wortel C. In de jaren ’90 zijn alle grote ideologische stelsels ingestort, en daarmee hun belofte van een menselijke utopie op aarde:
- het marxistisch leninisme moest het afleggen tegen glasnost, perestroika en Tsjernobyl.
- Het maoisme stortte in met de dood van hun grote stuurman Mau Ze Dong
- Het seculier humanisme bracht welvaart met lege harten (De Eendimensionale Mens)
- De Frankfurter Schule zocht bevrijding van repressie, gezag en taboes, maar bracht verlies aan oriëntatie, samenhang en begrip voor waarden en normen.
Het wegvallen van de absolute maatstaven van wetenschap, religie en menselijke relaties (bijv. in opvoeding en onderwijs; relaties tussen jongens en meisjes) heeft geleid tot een groot vacuüm. Dit is vruchtbare grond voor nieuwe vormen van spiritualiteit (New Age) en het herleven van het aloude Keltische, Nordische en Saksische heidendom. Daarbij komen nog de overzeese natuurreligies van Indianen, Afrikanen, Japaners, Chinezen en Tibetanen (Pokémon, Harry Potter, Halloween, Kippenvel, Griezelbus, Stonehenge).

- Geen standaards en maatstaven meer, niet meer openstaan voor argumenten
- In naam van het pragmatisme wordt alles aanvaard dat ‘werkt’
- In naam van de tolerantie wordt ieder bezwaar weggedaan als ‘fundamentalisme’.



Uit De Kalebiet, en die hadden het ook weer ergens vandaan.