.comment-link {margin-left:.6em;}

.

zondag, januari 09, 2005

Als je reist heb je vaak heel bijzonder contact met mensen. Tot je moet gaan; je neemt afscheid en je ziet elkaar nooit meer.
In Vagator kregen we een kamer naast de Engelsman. Hij is rond de 1.80 lang, slank, hij heeft kort grijs haar en een leesbril. Opmerkelijk hoe je er met een leesbril een stuk slimmer (of met een baard een stuk ouder) uitziet. Het kan zo 20 IQ-punten (of 20 jaar) schelen!
We kwamen naar Vagator voor het strand en voor de feesten, maar uiteindelijk besteedden we onze tijd bij de voordeur, met hem. Hij sprak over die duivelse Bush die de wereld wil overnemen, over zijn experimenten met drugs en over zijn plannen voor de toekomst. Hij blijft wonen in Goa, de rest van zijn leven, en hij is op zoek naar een huis. Hij wil iets als een restaurant starten, als hij 400 roepies per dag maakt komt hij rond. Een stevig bedrag, maar het is zeker mogelijk. Voorlopig leeft hij van zijn Engelse werkloosheidsuitkering.
Hij praat rustig en hij neemt altijd enkele seconden voordat hij antwoordt. Om de paar minuten schiet hij in de lach. Hij heeft die typisch Britse combinatie van scherpzinnigheid en speelsheid.
Het meest opvallende aan hem zijn zijn twee stompjes. Toen hij twee jaar oud was had hij een ongeluk met electriciteit; hij heeft er nog steeds schrik van. Het is opvallend hoe handig hij is met zijn stompjes. Je denkt dat je je vingers nodig hebt voor dat waarvoor je ze gebruikt, maar dat blijkt niet het geval.
Soms maakt hij er misbruik van. Op het vliegveld van Delhi werd hij aangehouden met zijn laptop. Toen zei hij: 'But look, I can't write!' Hij zette een keurige handtekening en hij kon doorlopen.