Sprookje
Gisteren liep ik langs je
zonder je te groeten,
en jij groette mij evenmin.
Weet je nog dat we het deden.
Weet je nog dat we onze dagen kozen
als witte kiezelsteentjes
die we één voor één lieten vallen,
om altijd terug te kunnen keren
naar de eerste dag.
Maar toen het zover was,
bleek verreweg overheersend
de lege bosgrond van steen naar steen.
Hier en daar lag nog een kiezel,
half bedekt door blaadjes en opgespatte modder,
bezig te verdwijnen in de grond.
Toch bleven we zoeken naar een pad
tot de avond viel. Het werd donker
en tussen de bomen hoorde ik
nog af en toe je stem,
steeds verder weg,
verder weg.
Alexis van Erp
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home